zkv 44: Zwagerman Meets Rothko

Met “Über allen Gipfeln ist Ruh…” (de pianopartij) over de Belgische radio in het ene oor, luisterde ik via het andere naar mijn jongste zoon; hoe hij, geniaal, snel en behendig, aan de andere kant van de allang niet meer bestaande “lijn”, op afstand (!) mijn computerchaos ordende. (Voor de zoveelste keer, want ik ben oud en computer-moe en wil maar niet leren “hoe ‘t moet”.)

Edoch, die jeugd van tegenwoordig heeft niet voor niets het multitasken uitgevonden, dus terwijl zijn cursor over mijn scherm vloog (vraag me niet hoe dat kan, het gebeurde!) voerden wij een gesprek. Over alles. Uiteindelijk ging het over schoonheid en sentiment.

Of, lekker moeilijk gezegd: wij bekenden aan elkaar, hoe wij, waaraggies èchte mannen zijnde, toch soms stilletjes zitten te huilen bij gênant-kleffe TV-kitsch van muzikale, dan wel filmische aard. En dat tijdens het zien/horen van bepaalde privacy-schendende, publieke ontboezemingen op het verraderlijke terrein van de Liefde, niet zelden onze tranen ‘t winnen van plaatsvervangend schaamrood.

Zoonlief voelt zich daarna toch ‘n beetje een watje (zei hij), niet zozeer vanwege het huilen, want dat lucht gewoon op, maar omdat de geboden aanleidingen meestal allure nog kwaliteit bezitten. Ik heb die reserve niet (65+ en de schaamte voorbij, geloof ik…).

Picasso banjerde mijn gedachten binnen: “Dans elle (l’emotion) il n’ y a pas un quartier de noblesse”. Waarmee deze slimme publiciteitsgeilaard ongetwijfeld probeerde te vergoelijken hoe hij zijn ex, Dora Maar, tijdens portretsessies in de dertiger jaren, op de meest schofterige manier dusdanig zat te treiteren dat ze wel in tranen moest uitbarsten. Zo kon hij het  huilen-zelf “treffen”. En hij deed dat weergaloos EN weerzinwekkend mooi, tegelijk… Maar daar hadden we het niet over.

Aan de basis van ons gesprek lag een krantenartikel van Joost Zwagerman.

Hij vertelde dat er mensen zijn (jaja: ‘suspension of disbelief’, graag) die spontaan beginnen te huilen bij het ondergaan van de 100% abstracte schilderijen van Mark Rothko.

“Waar precies huilen die mensen om?” vroeg Joost, retorisch.

Zich verontschuldigend voor de grote woorden, nodig om “te raken aan een ijle stilte en aan broze diepten van het gemoed”, concludeerde hij dat het gaat “om een op te vangen glimp van naakte nietigheid, van een fluisterend (en verlossend) nee tegen de wereld. En een ja tegen de onontkoombaarheid van het Niets”.

Stilte, Diepte, Nietigheid, Niets: daar had je ze weer, de schikgodinnen van het sublieme…

“Oké, pap” zei Nico. “Nou een uur lang nergens aankomen, dan ben je weer helemaal opgeschoond”.

Volgende week gaat hij me leren Skypen. Ik zie de bui al hangen.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.