zkv 12: Judo
Van mijn 8ste tot mijn 15de jaar kreeg ik eens per week judoles van Reinier Hulskens, een Rotterdamse versie van Anton Geesink, (dacht mijn moeder). Zij was, net als de rest van heel Nederland erg blij dat Geesink de Jappen had verslagen op hun eigen terrein. En ze vond dat haar zoon, te lang “enigstkind”, absoluut niet verwend, hoor, maar toch zo’n verlegen knul, dus op judo moestie, want dat zou goed voor ‘m zijn…
Wij (ik praat over drie neefjes in dezelfde leeftijdscatagorie, de latere Babyboomers) kregen meestal les van de vazallen van Reinier. De Meester-zelve kwam alleen bij hoge uitzondering in de dojo (oefenzaal) om de puntjes op de i’s te zetten. Dat ging soms gepaard met, voor ons onbegrijpelijke, esoterische boodschappen van de soort waar je tegenwoordig een heuse guru voor inhuurt, of een alternatieve genezer/coach (het Yomanda-fenomeen bestond nog niet en meisjes zaten (nog) niet op judo toen).
In het begin woonden we in de buurt van de Sportschool, op Delfshaven. Later verhuisde Hulskens naar een afgedankte glasfabriek in Schiedam en wij naar een snel uit de grond gestampte nieuwbouwwijk in Overschie. Naar judo gaan werd een ware Odyssee van bussen, trams, zenuwslopend overstappen, kaartjes kopen, geld wisselen en wachten, overal, eindeloos w-a-c-h-t-e-n. In weer en wind. Een keertje overslaan kwam in het familievocabulair niet voor. Ik heb nooit gevraagd of ik eraf mocht, (tafeltennis leek me wél wat!). Ik wist dat ze dat nooit goed zouden vinden. Dóórzetten moest je leren. Afhaken was voor slapjanussen.
Het feit (heugelijk, want vrij is altijd blij) dat je op de Mulo TWEE middagen kreeg om huiswerk te maken, hielp mijn sportverdraagzaamheid een flink eind richting tolerantie. Gelukkig gingen we emigreren, vlak nadat ik de niet-zo-heel-erg-fel-begeerde oranjeband had behaald.
Judo beoefen je met een partner, het gaat nou eenmaal erg moeilijk in je eentje. Mijn vaste partner was een rare jongen even oud als ik, maar een stuk kleiner, met stekeltjeshaar, die van beton leek gemaakt, zo onbeweegbaar en standvastig was hij.
Zijn 2de beenworp (dé-ashi-barai), was fantastisch snel. Hij won bijna altijd als we “vrij” mochten. Soms, met mijn uki-göshi (1ste heup), kreeg ik hem wel eens tegen de grond.
(De Japanse termen leerde ik overigens pas jaren later, van mijn jongste zoon die karate ging doen “in de originele vorm”. Hulskens vond het blijkbaar niet nodig ons met zijn Japans lastig te vallen.)
Die jongen,(gemakshalve “Tommy”, zijn naam wil maar niet uit het grauw,) was een eigenaardige: op de mat sprak hij nooit, geen woord, in de kleedkamer was het de spraakwoordelijkewaterval zelf. Hij vertelde telkens over zijn vader die aan het leren was voor jochie en die niet bij hem in huis woonde, maar wel met hem mediteerde. Hoe lang je ook oefende, zijn vader dan, je bleef altijd een jochie! En dat vond hij iedere keer weer grappig om te zeggen. Ik snapte nagenoeg niks van dit alles en wilde vooral weten hoe het dan zat met zijn moeder en zo, maar daar liet hij zich niet over uit.
In 1964, Adelaïde, Australië, probeerde ik judolessen aan de YMCA op Flindersstreet. Maar al gauw kreeg ik het gevoel dat de sporters daar niet op emigranten zaten te wachten. (Most aussies are chauvinist-bastards, but think nothing of it). Er werd weinig gesparred, veel geschreeuwd, ge-kiaaid, in nep-japans, voor mijn gevoel, en mijn partners, allen een kop of twee groter, en minstens een stone (kilo’s) zwaarder, vanwege grootgebracht met rugby en Australian Rules Football, leken er een sardonisch genoegen in te vinden mij consequent met alle stoffige hoekjes van de tatami (de mat) te laten kennismaken. (dit is, vergeef me, enigzins “tongue-in-cheek”, hoor!). Mijn sportliefde bekoelde zo snel.
Op een onbewaakte dag vond ik in de bibliotheek van mijn school, Plympton High, helemaal vooraan bij de sectie Philosophy, een klein boekje met Yoga oefeningen. Voorin stond een zeer onduidelijke zwart/wit foto van de yogi …(zeg maar, Siddhartabramapurta, ik weet ‘t niet meer). Toen pas viel het kwartje, ik bedoel de penny.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!