zkv 50: Belladonna
De “Voyager” is ongeveer de saaiste kermisattractie die ik ken:
een dozijn mensen zit op een rijtje, opgesloten in absoluut veilige, ruimteveer-getestte gordels, worden een paar meter omhoog gehesen, dan eens scheef links, dan weer snel rechts gewipt, op hun kop gezet, gewiebeld, geschud, plotseling gestopt en weer doorgedraaid. Dit gebeurt allemaal en face van het vulgus dat slappe friet vretend, suikerspinzuigend, verdwaasd en nietsziend langs sjokt. Voor de luttele som van 15 euro per rit.
Afijn, ik ben niet de aangewezen persoon om iets goeds over de kermis te zeggen. In deze culturele kwestie volg ik in de illustere voetstappen van mijn moedertje-zaliger. Als er op de TV toevallig een eenzaam dobberend bootje op woelige baren verscheen, vluchtte zij schielijk de keuken in om koffie te zetten of zoiets, bang dat ze was om van het visueel geschommel misselijk te worden.
Dat was een goed taktiek van haar, (voorkómen etc) want eenmaal misselijk, om welke reden dan ook, stress, migraine, menstruatie, zorgen, aankomende vakanties, noem maar iets, en ze blééf het. Weken aan een stuk. Overgeven tot ze niets meer had, “and then some”.
Het enige (paarden)middel dat haar op het laatst kon redden was een flinke dosis belladonna in de vorm van een zetpil. Alleen op recept verkrijgbaar.
Mijn ouders waren een groot deel van hun leven honkvaste mensen. Toch presteerde mijn moeder het om op internationaal niveau aanvallen van nausea ad fundum te krijgen: Petten Noord Holland, Heidebad, Hoge Veluwe, Berre l’Etang, Zuid Frankrijk, Adelaïde Hills Australië en Sterkstroom C.P., Zuid Afrika. (Tungelroy, Limburg telt niet mee, want daar woonde de dokter-met-apotheek-aan-huis om de hoek).
Telkens moest, na een week, tien dagen van zo’n aanval, een van ons ( in de engelstalige gebieden was ik dat) een apotheek gaan zoeken met het “receppie van Dokter Barlach, in me missaaltje, naast de Odeklonje in de linnenkas” (dit snel van tussen opeengeklemde kaken gemompeld, bang voor weer een golf niets).
Het “receppie” was in onleesbaar Latijn opgesteld. Dit verhinderde de verzamelde apothekers ter wereld niet om steeds vlekkeloos Dokter Barlach’s instructies uit te voeren. Chapeau!
De belladonna deed mijn moeder slapen. Slapen en nog eens slapen. Zolang en zo diep dat we onwillekeurig op de tenen langs haar bed slopen om te griezelen dat ze misschien wel dood kon zijn. Wanneer ze langzaam weer boven water kwam kon voorzichtig begonnen worden met wat mijn vader noemde het “opkalefateren”. (Een mooi Rotterdams woord, waar ik later nog eens op terug wil komen).
We brachten haar dan een klein kopje heel slappe thee (zondagsservies). Een kaal beschuitje met niks erop. En maar afwachten: of het erin bleef. Meestal was ze na een dag of twee, drie weer helemaal de oude.
De Bosjesmannen van zuidelijk Afrika gebruikten kleine doses belladonna om hen te helpen sneller in trance te komen bij de rituele dansen, die zij uitvoerden om mensen te genezen, regen te zoeken, of raad te vragen aan goden of voorouders. Ze deden dat niet graag, want een reis naar de onderwereld was geen kattepis. Mijn moeder moet in haar gedrogeerde slaap veel meegemaakt hebben. Daar sprak ze, jammer genoeg, niet over.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!