zkv 34: Zwemles
Het IKje in de nrc van 16 maart ging over zwemdiploma’s, of, beter gezegd, over idiote muggenzifterij in de zwem-instructiewereld. (7 (ZEVEN!)jarige Marieke kreeg na een uur lang gekleed “af”zwemmen tóch geen diploma omdat ze onder haar T-shirt het voorgeschreven hemdje niet aan had, dat zat nog in haar tas. Godverdegodverdegodvernogaantoe, de opa in mij wil een badmeester van zijn ingewanden ontdoen.)
Herinnering: s’Morgens half zeven, stikdonker, midden in de winter. Half in slaap bij Ma achterop de fiets naar het Sportfondsenbad op Kralingen. Het was, zeker door sneeuw en hagel, van Overschie uit, een pokke eind. Maar het moest, want we hadden een boot; daar gingen we in de zomer mee varen en ik kon nog niet zwemmen, dus het moest. En zou.
In het Sportfondsenbad waren veel grote jongens die niets liever deden dan vlak naast je in het water springen totdat je verzoop. Op een keer was het zo erg dat de badmeester mij met zijn lange witgeverfde stok met ijzeren haak naar de kant moest sleuren. De schaamte! Waarna ik niet meer verder dan een armlengte van de kant af durfde. Zwemles werd een marteling. Mijn moeder zegt dat ik vanaf dat moment elke avond huilde bij het naar bed gaan. De mens lijdt het meest aan de pijnen die hij vreest.
Aan het eind van de les mochten we tien minuten “vrij” zwemmen, dwz met kurken om konden we “in het diepe” bij de duikplanken spelen. Wat spannend was en opwindend tegelijk. Op een keer, ik had net van de laagste plank gesprongen, zwom ik naar het trappetje aan de kant en Ma riep plotseling: “Goedzo, Robby!”, heel hard. Ik bleek mijn kurken kwijt te zijn. Ik had dus zonder reddingsvest een meter of tien gezwommen. De daaropvolgende les zei Ma aan het eind: “Zwem eens een lengte op en neer”. Toen ik dat gedaan had, zei ze: “Nou nog ‘n keer”. Ik was wel moe , maar ik deed het want mijn moeder vond dat ik ‘t kon en van mijn moeder mocht ik geen verwend jongetje worden. “Flink zijn hoor! Je ben toch ‘n knul, of niet soms!” Afgepeigerd klom ik uit het water. Ma wreef me droog met een handdoek waar iedereen bij stond! En ze zei zachtjes: “Sieso, JIJ kan ZWEMMEN!! En hier komen we nooit meer terug.” Achterop de fiets werd ik helemaal warm van binnen en ik kon wel janken van geluk en opluchting, maar dat deed ik natuurlijk niet.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!