zkv 24: Indiaantje
Vroeger, wat volgens broodschrijver A.L.Snijders alsmaar breder en dieper wordt, terwijl de toekomst zich versmalt en hopelijk toespitst, (dat ‘hopelijk’ is van mezelf) vond ik bij het káboois-n-indiáne (Rotterdams jongensspel) de gezellen van Winnetou altijd interessanter dan die van Old Shatterhand (what’s in a name!).
Het ging me om de wapens, denk ik. De Ars Martialis, oftewel: Goed gereedschap is het halve werk. Met een pijl en boog kon je veel fijner spelen dan met een pistool, hoe glimmend of net-echt het ook was. De klappertjes die erin moesten deden het bijna nooit, want, ondanks levendige fantasieën over verraderlijke woestijnen, rotsachtige, uitgedroogde rivierbeddingen en hinderlaag-gevoelige ravijnen, leefden we in een koud, nuchter en vooral nat land. Áls ze het deden was een rolletje zo op. Geld om nieuwe te kopen bij de Toko in de Bingleystraat hadden we niet. En nog iets: De knallen die je dan hoorde, waren muggenscheetjes vergeleken bij de kruitdampende ontploffingen die we s’Zaterdagsmiddags op de film van Rooie Roggus beleefden in het stoffige oefenzaaltje van boerenkapel de Oelewappers (o.l.v Wap Oel, niet zijn echte naam natuurlijk, het was gewoon mijn ome Wim)
(in een nog verder verwijderd verleden was ik een keer, bij een serenade op Zuid, hun vaandeldrager, wat ‘to my dying shame’ eindigde in een debakel van de levenslange soort omdat ze voor mij te kleine klompen hadden aangeschaft, mooie roodgelakte, met gele biesjes, maar dat is een ander verhaal)
Pijl en boog kon je met een beetje hulp van zelfs mijn bewust onhandige vader, op eigen kracht in elkaar fabrieken. Je werd natuurlijk wel uitvoerig en lang van tevoren gewaarschuwd dat je nooit op mensen mocht schieten. “ALTIJD in de leegte richten!”, zei men dan als volwassen deskundige. Een vreemd advies voor indianen, als je het mij vraagt, maar, ok, er kwam wel meer raars uit die hoek.
Vreemd genoeg deerde het niet dat in het toenmalig wereldbeeld de indiaan immer het onderspit moest delven, als personificatie van het wrede Kwaad. Alles is eerlijk in oorlog en vrede, dus bij ons schoten de cowboys heel lang mis en scoorden de indianen vele scalps alvorens te moeten sneven. In het stof bijten was eventjes moeilijk. Deed je alleen met iemand in de buurt om indruk op te maken.
De mensheid is vrij laat begonnen aan het pijl-en-boog-verhaal, laat ik mij vertellen. In den beginne hadden we zulk wapentuig helemaal niet nodig. We stalen het vlees uit de klauwen van leeuwen door ons op luidruchtige wijze groter en gevaarlijker voor te doen dan we waren en als we zin hadden in een hert liepen we er gewoon achteraan tot het van uitputting dood neerviel voor onze voeten. Bij wijze van spreken.
Onze ellende, zo u wilt, is pas goed begonnen toen we bleven zitten waar we zaten en besloten snel-vlees te kweken voor McDonald’s. Maar cowboys hebben een veel te vrije wil om daar de consequenties van in te zien.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!