zkv 80: MOEDERTJE

MOEDERTJE

Mijn moedertje-zaliger is alles bij elkaar 27 keer gevallen voordat ze, niet aan het vallen maar aan het oud worden, uiteindelijk overleed. Gaten in haar hoofd, blauwe plekken, gekneusde ribben, kapotte knieën, scheur in het bekken, gebroken heup. Het bleek een vermomde zegen toen ze aan het eind van haar leven, niet meer goed wist waar ze was of waarom en haar korte termijn geheugen vrijwel geheel verdween. Wat je vergeet heb je niet meegemaakt.
Ze kon niet meer zelfstandig wonen en moest naar een tehuis. Dat ging niet van een leien dakje.
Nederland is op z’n smalst in Zorgland.
Een ex-nonnenklooster in Brabant nam haar het eerst op. Klein gerieflijk kamertje, uitzicht op een boompartij, parkeerplaats, weide met schapen erin, voortvarende, kordate verpleegsters, aardige, stille verzorgsters, eens per week dokters controle, natje, droogje, ergotherapie, knutsel-lessen, alles puik in orde. Met het Kerstdiner mocht de familie meedoen.
Ze viel daar 8 keer. Uit haar rolstoel. En wat voor formulieren wij en zij ook invulden: geen toestemming om haar met een riempje of een aanklikbaar eetblad in die stoel vast te zetten, want dat was tegen de wet.
Toen we een maand later een echt verzorgingstehuis vonden, dichterbij, waren we de koning te rijk. Nu konden we haar meer en makkelijker bezoeken, beter op haar letten. De tweede dag dat ze er verbleef viel ze, ondanks uitvoerige instructies en waarschuwingen, bij het aankleden s’morgens met haar hoofd tegen het roestvrijstalen nachtkastje: 5 hechtingen.
Gelukkig vergat ze de dingen nu steeds sneller: “Wat doen die rare draadjes op mijn voorhoofd”, vroeg ze een paar dagen later. “Ik krijg ze maar niet weg”.
Op een dag zit ik in de trein. Telefoon. Ma: “JA!… ben jij dat Rob? Oh, gelukkig, ja d’r lag hier een telefoonnummer op een papiertje naast die telefoon. En ik dacht dat za’k maar ‘s bellen, zeg luisteris, ik ben hier op een kamertje, van een hotel of zoiets geloof ik, en het is wel mooi uitzicht hier, maar waarom moet ik hier zijn eigenlijk? Weet JIJ dat? Trouwens, kommemaar gauw halen, dat ik naar huis kan, dat lijkt me veel beter…”
De hele coupé gaat nu meeluisteren, realiseer ik me terwijl ik haar voorzichtig antwoord: “ Ach, moedertje, je bent in Huize Johanna. Je logeert daar want je valt alsmaar, zonder dat je het weet, s’ nachts en zo. Dan gaat er van alles mis met je, moet je weer naar het ziekenhuis, allemaal heel vervelend. Daarom ben je daar, zodat er goed voor je gezorgd kan worden…
“Oh…”, zegt ze.
Het is een zwaar beladen “oh” waar vanalles in zit wat ik niet wil horen.
“Ma, druk maar even op dat witte belletje naast je stoel, dan komt er een verpleegster en die zal het je allemaal uitleggen. Wel even geduld want misschien moeten ze van ver komen. En NIET zelf uit die stoel gaan, hoor, anders val je misschien weer en dan zijn we nog verder van huis…
Heb je gedrukt? OK, goed zo. Zeg, heb je al gegeten? Nee? Nou dan komen ze je zo halen, hoor. Moenie worrie nie mamma, alles komt goed, hoor. En Babs komt vanavond naar je toe. Ik ben er morgenavond weer.Tot dan hè… hou je taai, moedertje, daag.”
Bij het verlaten van de trein zag ik even verderop een echtpaar zitten dat ik vagelijk kende.
Ze groetten mij, ik hen. “We hoorden je praten, Rob,” zei zij, “Onze moeder had vorige week precies hetzelfde. Wij weten hoe het is, wat je doormaakt. Sterkte d’r mee.” Ik mompelde een dankjewel-ja-jullie-ook en stapte jankend uit.

Rob Kars

OPEN ATELIER KARSART EN VISSER: TWEE KUNSTENAARS IN EEN KLAP

Klein Werk December 2013", acryl op karton, gemid. 12x15cm.

TWEE KUNSTENAARS IN EEN KLAP

Zondag 5 januari 2014 van 11.00 tot 17.00 uur zijn de ateliers van beeldend kunstenaar Rob Kars en Bernard Visser aan de IJzerenmanweg 5 en 7 geopend voor het publiek.

Bernard Visser is figuratief materiekunstenaar.
Hij schildert met klei, zand, lijm en pigment op dakleer, houtpaneel of postzakjute. Kortom, hij zet de materie naar zijn hand, niet alleen schilderend. De laatste jaren maakt hij meer ruimtelijk werk in de vorm van houten mensfiguren, op geheel eigen wijze gekleurd en gepresenteerd.

Rob Kars is lyrisch abstract schilder.
Zijn werk op doek of op papier is zeer kleurrijk en dramatisch.
Inspiratiebronnen zijn de verre reizen die hij maakte en zijn studie van de bosjesmanculturen van zuidelijk Afrika. Fascinerende afstammelingen van de eerste mensen op aarde! Ook Kars maakt kleine beelden in hout, keramiek en brons.

Dus kom kijken in de ‘keukens’ van deze twee kunstenaars en laat u verrassen door hun veelzijdigheid en hun eigenheid. Beiden geven cursussen, workshops, lezingen in atelier.

Wees welkom op iedere eerste zondag van de maand!

Locatie Atelier

IJzerenmanweg 5A, Weert
Randweg Weert, Afslag Parklaan > Diesterbaan, stenen bruggetje rechts, rechts aanhouden na Lichtenberg Tennisclub.

ZKV horende bij de afbeelding: http://www.karsart.nl/zkv-246-klein-werk/

 

zkv 52: TRANSSUBSTANTIATIO

zkv 52 19/12/11

TRANSSUBSTANTIATIO
Neef W had de euvele moed mijn spelling van de titel dezer zkv te betwijfelen, maar ik ben vroeger ietsjes langer dan een blauwe maandag misdienaar geweest, dus hij kan ’t schudden
(vooral zo vlak na het Nationaal Dictee en vóór de kerst)!
De consecratie, de wijding, het belangrijkste deel van de Rooms Katholieke Mis beweert de werkelijke verandering te zijn van wijn (droge rooie) en brood (ongedesemd) in het Bloed en het Lichaam van Onze Heer Jezus Christus, Enige Zoon van de Schepper. Sommigen vinden Hem ook nog een Lieve heer, daar heb ik persoonlijk nooit reden toe gezien. Hij was nou niet bepaald aardig voor zijn moeder.
Wat de mis betreft: de transsubstantiatie is dus het moment waarop in het correct uitgevoerde ritueel van de offerdienst, aardse materie van spijs en drank, zal veranderen in geestelijk voedsel voor de ziel. Wie dit gelooft is natuurlijk een beetje gek, of op z’n minst geïndoctrineerd; wie het niet gelooft kan geen Katholiek zijn… Het is immer : alles of niets in de godsdiensten; net zoals je ook niet een beetje zwanger kunt zijn; je gelooft of je gelooft niet.
Het goedgelovig kind in mij vroeg zich weleens af of dat veranderen nou nooit eens mis ging.
Bij ons thuis aten we iedere dag gekookte aardappelen, maar ze brandden ook soms verschrikkelijk aan! Ik moet vroeg wijs geweest zijn,( wat ik sterk betwijfel, hoor!) Of anders stevig ingebed in rotsvast geloof om mij heen, want nooit stelde ik een vraag hieromtrent aan de kapelaan die eens per week de cathechismusles verzorgde.
De vis vraagt zich niet af wat water eigenlijk is.

ps: dit schreef ik, in embryo, op de achterkant van het programmablaadje voor een concert van het Plantagekoor, Engelse Kerk, Amsterdam. Tijdens de pauze. Ze zongen de mij niet-bekende “Weihnachts – Responsorien” van Johann Michael Haydn. Soms was het werkelijk wondermooi.
Naast het preekgestoelte stond een sobertjes opgetuigde kerstboom klaar, met eronder een antieke voederbak, de kribbe. Mijn geliefde, die naast mij zat, wilde weten of het Kindeke Jesu daar al lag. “Nee,” zei ik, nadat ik gekeken had. “Nog niet geboren”.